Leren over Nederlandse specialiteiten

Beschuit met muisjes
Bij de geboorte van een kind worden beschuit met muisjes gegeten. De muisjes zijn gemaakt van anijszaadjes met een laagje suikerglazuur. De anijs zou goed zijn voor de borstvoeding, voor het herstel van de baarmoeder en het zou kwaad afwenden. Traditioneel zijn de muisjes roze en wit. Later kwamen er speciale blauw-witte muisjes bij voor de geboorte van jongetjes. De beschuit met muisjes is afkomstig uit de Zaanstreek. In Nederland zijn de muisjes van De Ruijter bekend.

Boerenkoolstamppot
Dit gerecht bestaat uit door elkaar gestampte gekookte aardappel en boerenkool en met een klontje boter om het smeuiig te maken. Van oudsher wordt de stamppot gegeten  met gebakken spekjes en rook – of braadworst. Boerenkool is het lekkerst als het een keer gevroren heeft, terwijl de kool nog op het land stond.

Hollandse Nieuwe
De vette haringsoort, die wij vangen als Hollandse Nieuwe komt uit de Noordzee. De Hollandse Nieuwe paait elk voorjaar in de Oostzee en komt daarna via het Skagerrak naar de Noordzee. De vis wordt ook wel ‘maatjesharing’ genoemd, omdat de maagdelijke jonge vis nog geen horn of kuit bevat. In mei start de periode waarin op de haring wordt gevist. Het vetpercentage moet minimaal 16% zijn om met vissen te starten. Dit duurt doorgaans tot juli, daarna heeft hij teveel horn of kuit. Het weer en de hoeveelheid plankton bepalen per jaar de beste periode. Hollandse nieuwe krijgt zijn smaak door het kaken en zouten. Het eten van gerijpte haring is typisch hollands. De manier waarop de haring traditiegetrouw gegeten wordt is het ‘haringhappen’; het eten van een of meer haringen uit de hand. De haring wordt vastgehouden aan de staart en gedoopt in fijngesneden uienstukjes. Haring mag Hollandse Nieuwe heten als hij minimaal 16% vet bevat en op de traditionele manier gekaakt, gezouten en gefileerd is. De haring kan met en zonder zuur en ui worden gegeten, het liefst uit de hand. Op vlaggetjesdag in midden juni wordt de nieuwe haring aan land gebracht.

Oranjebitter: een feestelijke borrel
Oranjebitter is het Koningsdag likeur bij uitstek.  Oorspronkelijk was Oranjebitter een ‘scheepsmedicijn’.  Rond de kroning van Koningin Wilhelmina in 1898 is Oranjebitter verweven geraakt met feestelijke gebeurtenissen van het Huis van Oranje.
De oranje kleur van de drank komt door de ‘appeltjes van oranje’ als basisgrondstof.  Deze kleine, bittere  sinaasappel (het wilde ras Pommeranz) groeit aan de oranjeboom in het Caribisch gebied.
De bittere smaak is van het wit van de schil van de appel.
De likeur wordt gedistilleerd. Al in de 17e en 18e eeuw werden er hele verfijnde likeuren gemaakt. Alles van puur distillaat. Pas later is het recept veranderd in een combinatie van alcohol met smaakstoffen.

Vroeger zat er helemaal geen suiker in de bitter. Vandaar de naam. Men voegde wat suiker toe in het glas. Maar de in twintigste eeuw veranderde de smaak van de consument. Tegenwoordig mag in een bitter wel suiker zitten, maar niet meer dan 10 procent.
Koninklijke de Kuyper uit Schiedam  – distillateur sinds 1695 – stookt nog altijd op ambachtelijke  wijze  haar Oranjebitter.  Deze oranjebitter bevat 30% alcohol en is afgevuld in 50cl flessen. Proeft u zelf!  www.dekuyper.com
Distilleerderij de Ooievaar van Fenny van Wees stookt nog steeds de bitter in hartje Amsterdam. Www.de-ooievaar.nl

oranjebitter-appeltjes

Oranjebitter appeltjes

oranjebitter-fles

Oranjebitter

 

 

 

 

 

 

 

 

Speculaas
Tijdens de VOC-tijd waren bakkers verrukt over de exotische specerijen, die per schip Holland bereikten. Door de beschikbaarheid van vele kruiden ontstond speculaas. Voor speculaas wordt een mengsel van kruidnagel, nootmuskaat en kaneel gebruikt.